Geluid en gezonde lucht? Werk aan de winkel!
Dat geluidshinder en luchtverontreiniging nadelig zijn voor de gezondheid, is een open deur. Dat lokale besturen daar dan ook best rekening mee houden als ze plannen maken rond mobiliteit en ruimtelijke ordening, is er nog zo een. Hoe valt het dan te verklaren dat zo weinig lokale overheden de handen uit de mouwen steken? Indiville ging op onderzoek uit in opdracht van Agentschap Zorg en Gezondheid. Centrale vragen: hoe zit het met de kennis en de technieken om geluidshinder en luchtverontreiniging in kaart te brengen? En wat maakt beleidsmakers besluiteloos?
Welke factoren zorgen ervoor dat schone lucht en beperkte geluidshinder een rol van betekenis krijgen bij het uittekenen van lokale plannen voor mobiliteit en ruimtelijke ordening? En wat zijn de hinderpalen? Om op die vragen een antwoord te krijgen, organiseerde Indiville een studiedag om lokale overheden enthousiast te maken, twee focusgroepsgesprekken, face-to-facegesprekken met lokale ambtenaren, schepenen en studiebureaus en een kwantitatieve enquête.
De resultaten stemmen niet meteen tot vrolijkheid, maar reiken wel de hefbomen aan voor verdere actie.
Hindernissen voor succesvol beleid:
Gebrek aan kennis. Welke informatie is er beschikbaar en welke technieken en instrumenten zijn er om de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging en geluidshinder mee op te nemen in het lokale mobiliteits- en ruimtelijkeordeningsbeleid? Kleinere gemeenten hebben die kennis niet of nauwelijks.
Spelen daarbij een nefaste rol:
- er is geen deskundige ambtenaar (of die ontbeert de tijd om zich hierin te verdiepen)
- er is geen draagvlak bij de beleidsmakers
- de techniciteit van de beschikbare info en tools is te hoog
Let wel: dat betekent niet dat de milieu- of mobiliteitsambtenaar niet begaan is met de problematiek. De overgrote meerderheid weet dat geluid en luchtkwaliteit een impact hebben op de gezondheid, wil daarnaar handelen, maar botst op drempels.
De drempels. Tussen droom en daad staan ook hier praktische bezwaren in de weg, en ingesleten gewoontes.
- Ambtenaren en schepenen van kleinere gemeenten kampen met een gevoel van machteloosheid. Ze hebben niet het gevoel dat ze veel kunnen verbeteren aan luchtkwaliteit of geluidshinder. De drukke verkeersaders, de gewestwegen, liggen nu eenmaal waar ze liggen.
- Mede door het gebrek aan kennis omtrent de materie bij kleinere gemeenten zijn deze dikwijls toegewezen op de kennis en kunde van de projectontwikkelaars en wordt er zelf geen visie omtrent luchtvervuiling en geluidshinder ontwikkeld.
- Lucht- en geluidspollutie worden onderschat door ambtenaren en beleidsmakers. Het probleem is niet zichtbaar genoeg en wordt afgedaan als een typisch fenomeen voor grote steden. Dit wordt versterkt door verschillende pollutie-kaarten die soms in de media worden gebruikt waaruit moet blijken dat er enkel een probleem is in Antwerpen en Gent. Deze kaarten zijn gebaseerd op metingen binnen de grote steden en verkeersassen en geven verkeerdelijk de indruk dat er geen luchtverontreinigingsprobleem is buiten de grote steden en verkeersassen.
- Gebrek aan kennis en een gepercipieerd gebrek aan draagvlak bij de burgers, zorgt voor weinig inzicht en animo. (We spreken bewust van een ‘gepercipieerd’ gebrek aan draagvlak, omdat burgerbevragingen van Indiville uit 2016 duidelijk aantonen dat leefbaar wonen en mobiliteit hot topics) Gevolg: de intentie om effectief de handen uit de mouwen te steken is laag. Wel voelen veel ambtenaren aan dat er meer aandacht is dan vroeger voor luchtkwaliteit en geluidshinder.
Hefbomen voor actie:
Allerlei initiatieven in het kader van de klimaatverandering en de succesverhalen die daar worden geschreven, kunnen als hefboom dienen om ook voor deze problematiek tot een gedragsverandering te komen. Uit onze enquête leiden we af dat 8% van de gemeentes aangeeft dat mobiliteits- of ruimtelijke-ordeningsplannen minstens gewijzigd kunnen worden op basis van luchtkwaliteit en geluidsniveaus en dat ook gaan meten. Dit percentage is kleiner bij kleine gemeentes (3%) en stijgt naar 16% bij de grotere gemeentes/steden.
Indiville doet volgende aanbevelingen om geluidshinder en luchtverontreiniging hoger op de agenda te plaatsen op lokaal vlak.
- Personeel: Benadruk de noodzaak van de aanstelling van een gemeentelijke mobiliteits- en milieuambtenaar.
- Draagvlak: Creëer draagvlak bij lokale beleidsmakers en burgers. Dat kan bijvoorbeeld door de luchtverontreiniging in heel Vlaanderen in kaart te brengen.
- Pragmatisch: Geef praktijkvoorbeelden over lokale situaties, vermijd daarbij technische documenten.
- Opleiding: Zorg voor een degelijke opleiding voor ambtenaren omtrent de materie.
- Centraliseer: Werk samen met andere agentschappen die bevoegd zijn binnen deze thema’s.
Ons onderzoek speelt een cruciale rol in de verdere werking van het agentschap Zorg & Gezondheid, maar ook van de departementen Omgeving (Ruimte Vlaanderen en departement Leefmilieu, Natuur en Energie) en Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid.
Agentschap Zorg & Gezondheid engageert zich om de conclusies te integreren in haar werking rond mobiliteit en gezondheid. Een nauwe samenwerking met onder meer de Partnerorganisatie Milieugezondheidszorg de medisch milieukundigen van de LOGO’s en met de hierboven vermelde departementen binnen de Vlaamse overheid zal een evidentie zijn.